Sunday 24 July 2011

From Death Valley(camping at Furnace Creek) to the scenic town of Parumph Nevada

Via de achterdeur erin en via de zijdeur er weer uit; dat is de korte samenvatting van drie dagen Death Valley in Californie.
Vanuit Ridgecrest namen we een deels onverharde weg naar Death Valley langs gebieden met mooie namen als Wildrose Canyon en Stovepipe Wells. Daar wilden we ook wel kamperen, maar dat mocht niet met een tent: te heet. Door naar Furnace Creek waar wel een tent-camping open was met de wonderschone naam : Texas Spring.
Kamperen in Death Valley is geweldig: onbeschrijfelijke zonsondergangen, prachtig uitzicht op de valleien, af en toe gezelschap van een coyote, woestijnhaas, groundsquirrel of zijn neefje zonder die mooie staart, maar waar ik de naam niet van weet, en dan de stilte. Doodstil. Totdat het begint te waaien. Je hoort de wind aankomen en zo zit je er dan middenin. En ja, het is ook warm. 's Nachts koelt het af tot ergens tussen de 80 en 90F: even wennen en dan slaapt het goed.
In Death Valley kwamen we erachter dat alles relatief is; ook temperatuur. Bij een wandeling door de Sanddunes had ik het, voor zover ik me kan herinneren, voor de eerste keer in mijn leven Te Warm. Het viel me steeds zwaarder om mijn voeten op te tillen en door het zand te bewegen en eigenlijk wilde ik alleen maar terug naar de auto. Het was volgens onze auto slechts 110F. Toen Chris me even later afzette bij een koele "Saloon" dronk ik binnen de korste keren 1 liter icetea op. 's Avonds stonden we op de camping te genieten van de zonsondergang. Direct na de onsondergang werd het heerlijk koel: 115F volgens onze auto.
Death Valley is zeer rijk aan mineralen en delfstoffen. Dit zorgt ervoor dat de rotsen de meest prachtige kleuren hebben: van groen (koper) naar roze/rood (ijzer) en wit (borax, lood en zout). Niet voor niets hebben ze een stuk weg dat de "artist's drive" heet en waar je langs een "artist's palet" rijdt: wat een kleuren en kleurschakeringen. En met het veranderen van de stand van de zon, veranderen ook de kleuren.
Vanavond zijn we via een unpaved road het park uitgereden richting Nevada. Vanavond slapen we in een motel (en daarom kunnen we jullie nu ook dit bericht sturen). Het plaatsje heet Parumph! Zonet wilden we even wat eten en wat blijkt? De keuze is hier McDonalds of ......... een casino! Het barst hier van de casino's en elk casino heeft ook iets wat op een restaurant lijkt. En zo zaten we na drie dagen prachtige kleuren, wijdse uitzichten en stilte opeens in Terrible Town: een casino met een speelhal met veel flikkerende rode en groene lichtjes met eetgelegenheid, met veel mensen en heel veel lawaai. Gelukkig was het eten goed.

Now, keep cool folks!