Sunday, 9 August 2009

Magnificent Mount Robson,jumpy Jasper,colourful Columbia icefield,awesome Athabasca Glacier, Kootenays, ferries and more fires

6 augustus

We zijn in Alberta! Het land van Mountain time (een uur later dan BC), alle bordjes tweetalig (Frans en Engels) en met Bonjour begroet worden.

Na McBride hadden we de verlatenheid van Canada (BC) voldoende onderzocht en nu gingen we naar een ander Hoogtepunt: de Rocky Mountains. Via Hw16 reden we naar Jasper: een zeer toeristisch dorpje. Er rijden vrijwel alleen campers rond en er zijn vrijwel alleen toeristische giftshops (en een benzinestation natuurlijk). Het was ons veel te veel van het goede en we gingen vlug door naar de Hw93, de Icefields Parkway. En die naam heeft hij niet voor niets: imposante bergen, prachtige rivieren (ijsblauw van kleur) en even later ook gletsjers. Als je vlakbij een gletsjer staat, dan is 'ie viesgrijs van kleur, maar op afstand is die stralend wit en prachtig. Het ene mooie vergezicht is nog niet geweest of het volgende dient zich alweer aan. De weg is ruimschoots gelardeerd met 'viewpoints' , maar ook zijn er heel veel campings, trails/wandelpaden, en vele, vele voorzieningen voor de wintersport en natuurlijk ook 'wild life', zoals mountain goats.

Wij staan nu op een van die campings (Water fowl lakes). Voor de verandering is hier helemaal geen fire ban, je kunt hier rustig vuurtjes stoken( als je een vergunning koopt, en dat doet bijna iedereen), barbecuen en koken wat je wilt.

Hebben we jullie trouwens al verteld over ons koken? We hebben twee pannen (1 ter grote van 1 ei, 1 voor 500ml vloeistof). een spuitbus (!) met olijfolie om het pannetje mee in te vetten en een kleine verzameling specerijen en kruiden. Vrijwel elke dag doen we de inkopen voor 1, eenvoudige, maaltijd die we dan 's avonds klaarmaken en opeten.

Het weer is weer helemaal helder en de temperatuur verschilt nogal. In de zon halen we 22 graden Celsius, maar zodra de zon weg is wil het wel eens zomaar 14 graden zijn. Een heel verschil met de 35 graden die we op Vancouver Island meemaakten. maar ja, we zitten nu ook op ongeveer 800 meter hoogte.

Op deze camping hoor je 's avonds de weg helemaal niet meer en het is dan ook stil. Wel wat zachte campingeluiden van de mensen om ons heen, maar verder alleen de wind door de bomen en het ruisen van de ijskoude rivier.

7 augustus Glacier national park,

't Was wel een beetje fris bij het opstaan, maar in de tent was het lekker warm. Om ons heen liepen de medekampeerders met winterjas aan en ijsmuts op en overal brandden de vuurtjes alweer in alle hevigheid. De temperatuurmeter van de auto leerde ons dat het 3C was en even later hoorden we dat het in de nacht gevroren had.

We vonden het wel te koud voor buiten ontbijten (wij hadden geen winterjas en ijsmuts bij ons); wij zijn hiervoor naar Lake Louise gegaan. Ook een toeristisch oord, maar met lekker, warm, ontbijt. Onze weg ging vervolgens door het Glacier national Park, net zo indrukwekkend als Jasper national park. Wij hebben de hele dag het gevoel dat we door "national geographic"foto's rijden: zo mooi, zo kleurrijk en vaak ook zo verstild. Voor Revelstoke (Hw 1) stonden we opeens in eens in een file, Gewoon stilstaan en wachten om vervolgens gewoon weer verder te rijden. Er waren wel wegwerkzaamheden, maar de reden van de verstopping bleef onduidelijk

Uiteindelijk kwamen we uit in Revelstoke (weer in BC, weer in pacific time en weer lekker warm, 33C) En wat zagen we daar tot onze schrik? Rookpluimen! Jawel, in de bergen ten zuiden van Revelstoke woeden ook bosbranden en deze worden bestreden met vier 'waterbombers' die we alsmaar hoorden overvliegen. Die Martin Mars waterbombers waren toch aan Californie verhuurd??) Onze camping (Blanket Creek) lag vanmiddag wat in de rook, maar vanavond is het prachtig helder. Lekker warm ook weer vanavond. Echt zomer.

We hoorden trouwens dat de weg naar Bella Coola nog steeds niet open is....vandaar naar Kootenay

8 augustus: Kootenay

We volgden de 31, een stille weg die gedeeltelijk(urenlang) onverhard langs (alweer) prachtige meren voert en eenzame boerderijtjes. Bij de Kootenays hebben ze ergens in de afgelopen eeuw een (stuw)meer aangelegd. Gevolg hiervan was dat een deel van de weg aan de ene kant van het meer en een deel aan de andere kant lag. De bevolking heeft toen sucesvol bedongen dat er een gratis ferry zou zijn om de twee delen aan elkaar te verbinden. En zo is het tot op de dag van vandaag: op het hele uur vaart een gratis ferry je naar de andere kant. Hoe dichter we bij de wal kwamen, hoe meer rook we zagen. En toen we op de Hw31 naar Kaslo aan het Cootenaymeer reden, zaten delen van de bergen helemaal in een soort gele mist. In Kaslo hebben we geluncht: een schattig dorpje met ongeveer 1000 inwoners die genoeg geld bij elkaar hebben verzameld om een gigantische peddelwheeler uit 1898 te restaureren. Verder was het niet heel toeristisch, maar omdat het aan het water ligt(geen stuwmeer dit keer), wel vol met bezoekers. De Canadezen lijken dol te zijn op recreeren aan het water: zodra er een meer, rivier of creek is, dan is het er onmiddelijk vol met campers, zwemmers en boten. Zodra er geen water meer in de buurt is, lijkt het uitgestorven. Zo ook toen we een overnachtingsplek gingen zoeken: alle campings en motels aan het water waren vol: no vacancy staat er dan op het uithangbord. Maar nu we in Castelgar zijn, dat niet direct aan het water ligt, konden we makkelijk een plekje vinden. En vanavond zijn de gebeden van heel veel mensen in de bosbrandgebieden verhoord: het is gaan regenen (en onweren). En daarom hebben wij niet voor een camping maar voor een motel gekozen en zitten we lekker vanuit Flamingo Motel(met antieke benzinepompen en verkeersbordendecor)aan jullie te berichten.